TARBOT

Tarbot (familie Scophthalmidae, orde Pleuronectiformes) is een links-ogige platvis met een ruitvormig, schijfachtig lichaam, grove benige knobbeltjes (geen schubben) en een grote bek. Hij geldt als een van de fijnste Europese witvissen: stevig, sappig en elegant van smaak.

Beschrijving

Tarbot komt van nature voor in de noordoostelijke en oostelijke Atlantische Oceaan, de Noordzee, Engels Kanaal, Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Het is een zout- en brakwatersoort die meestal op 20–150 m diepte leeft boven zand-, schelpen- en grindbodems. Jonge dieren verblijven kustnabij; oudere trekken dieper. De bovenzijde camoufleert mee met de bodem (zand tot donkerbruin met donkere stippen), de onderzijde is lichter/wit.

Groei en leeftijd: tot 100 cm, 25 kg en ca. 25 jaar. Voedsel: vooral bodembewonende vissen (vanaf ±30 cm vrijwel uitsluitend vis), daarnaast krabben en schelpdieren. Tarbot is een hinderlaagjager: plat ingegraven, bliksemsnelle uitval.

Het beheer van de visserij valt onder de Europese Regelgeving die de TAC (Total Allowable Catch) bepaalt. In België, Frankrijk en Nederland leggen de vissers zichzelf een minimummaat op die, afhankelijk van het geval, tussen 25 en 32 cm ligt. Ondanks deze vrijwillige maat is er nog steeds vangst van te veel jonge dieren. Er wordt ook aangeraden om de maaswijdte te verhogen, zodat meer jongere species zouden kunnen overleven.

Kweek

Sinds de jaren 1980 is kweektarbot breed beschikbaar. In Europa is Spanje veruit de grootste producent; in Frankrijk bestaat voor premium teelt Label Rouge-gecertificeerde tarbot. Kweek gebeurt doorgaans in zeewaterbassins aan land. Ook in de Benelux (o.a. NL- seafarm) zijn teeltinitiatieven. Kweek vult de markt buiten de beste wildperiodes en levert constante maat en kwaliteit. Het duurt drie jaar om tarbot tot een grootte van 1,2 kg uit te laten groeien

Voorkomen & habitat

  • Europees kerngebied: Noordzee, Engels Kanaal, Golf van Biskaje, Middellandse/ Zwarte Zee.
  • Habitat: koeler, goed doorstroomd water; zand- en schelprijke bodems; ook in estuaria (brak).
  • Diepte: vooral 20–150 m (uitzonderlijk dieper).

Soorten & verwarring

  • Tarbot vs. griet (brill) (Scophthalmus rhombus): tarbot heeft ruwe, benige knobbeltjes en geen schubben; griet voelt gladder met fijne schubjes.
  • Handelsbenamingen: turbot (EN/FR), Steinbutt (DE). Kleine marktformaten worden soms “turbotins” genoemd (±1–2 kg).

Seizoen

  • Aanvoer: jaarrond.
  • Culinaire top: herfst–winter (± sept.–maart): vis is voller, textuur vaster.
  • Voorjaar–vroege zomer (± apr.–juni): wild is vaak magerder; kwalitatieve kweek is dan een prima alternatief.

 

Voedingswaarde

Richtwaarden; recept/portie bepalen de uiteindelijke inname.

Een uitstekende bron van omega-3-vetzuren (EPA/DHA) , vitamine B12 en selenium.

GI/GL: GI n.v.t., GL = 0 (geen KH). Nutri-Score (natuurproduct): typisch A. NOVA: 1 (onbewerkt).

100gr Energie Eiwit Vetten Koolhydraten
Vers (wild) 90 kcal 16.7g 2.6g 0g
Vers (gekweekt) 109 kcal 18.3g 3.9g 0g
Oven 118 kcal 21.3g 3.64g 0g

Bron Nubel/Eurofir France

Tarbot past uitstekend in een gezonde, koolhydraatbewuste voeding. Het is eiwitrijk, laag in calorieën en een uitstekende bron van gezonde vetten, waardoor het een voedzame keuze is voor evenwichtige maaltijden.

Voordelen / Nadelen

  • “Wild is altijd beter”: nuance. Kweek kan constanter en duurzaam beheerd zijn; kwaliteit hangt af van producent en behandeling.
  • Tarbot = griet”: fout. Structuur huid en monding verschillen, en tarbot is doorgaans vleziger.

Aankoop / Bewaren

 Aankoop

  • Deze heerlijke vis wordt het hele jaar aangevoerd, maar de topperiodes zijn herfst en winter (van september tot maart). Van april tot juni zijn de vissen minder dik en kies je best voor kwaliteitsvolle gekweekte tarbot als vervanger voor de wilde tarbot. Op die manier worden de wilde stocks niet in gevaar gebracht. Wilde versus kweektarbot: Qua smaak en textuur is het verschil moeilijk waar te nemen. De smaak van de wilde tarbot is iets uitgesprokener en de textuur vaster.
  • Geef de voorkeur bij wilde exemplaren aan vissen die groter zijn dan 42 cm als ze uit het Engels Kanaal of de Noordzee komen, en groter dan 47 cm als ze uit de Golf van Biskaje komen. Zo ben je er zeker van dat ze de tijd hebben gekregen om zich voort te planten.
  • De vis behoort tot de duurdere prijsklasse. Van april tot juni zijn de vissen minder dik en de prijzen het laagst, maar stijgen vrij sterk naar het einde van het jaar toe.
  • Tarbot wordt voornamelijk vers verhandeld, in zijn geheel, als filet of in grote stukken (verticale snede).
  • Om te zien of de vis vers is, let je best op de ogen. Deze moeten helder zijn en een beetje bol staan. De huid van de vis moet vochtig en glanzend zijn en mag geen verkleuringen vertonen. De vis moet een frisse reuk hebben. Wanneer het gaat om een filet, mag er geen vocht vrijkomen wanneer je zachtjes op de vis duwt.

Bewaren

  • Bewaar verse tarbot in de koelkast liefst op ijsbed en consumeer binnen 1-2 dagen.
  • Voor langdurige opslag is vacuümverpakking ideaal.
  • Diepvries (−18 °C): 3–4 maanden voor optimale kwaliteit (goed verpakken, traag ontdooien in koeling).

Bereidingswijze

Tarbot staat bekend om zijn stevig wit vlees en subtiele smaak. Zowel smaak als textuur maken het een favoriet onder liefhebbers van hoogwaardige visgerechten. Het vlees blijft sappig en valt in mooie vlokken uiteen.

Het vlees is vrij stevig waardoor het zich leent tot vele bereidingen: koken, stomen, bakken, frituren, grillen. Hij heeft veel smaak en benodigt weinig om hem te sublimeren. De moten zijn het smaakvolst.

  • Klassiek heel in turbotière (court-bouillon, zacht pocheren).
  • Op de graat in de pan: eerst op de huid voor korst, dan op lage hitte
  • Rôtissoire/oven: moten of hele vis; naperen met botersaus.
  • Stomen of en papillote: zeer puur; serveer met beurre blanc, mousseline, champagne-/vin jaune-saus.
  • Grillen van moten voor lichte roostertoets (kort, gecontroleerd).

Zorg voor structuur: vlezig van binnen en krokant aan de buitenkant. Als je met de punt van de vleesvork geen weerstand meer ondervindt is de vis klaar.

Garnituren & sauzen

Klassiekers: beurre blanc, Hollandaise, vin jaune, zachtzure tartaar- of citroenjus, tarator (walnoot/tahini-stijl) bij gebakken tarbot; groentengarnituur met prei, venkel, artisjok, morieljes, of pomme fondant/purée mousseline.

 

Info

Chef’s advies

  1. Paneren? Liever niet. De smaak is delicaat; kies voor licht aanzetten in geklaarde boter en arrosage.
  2. Kerntemperatuur: mik op 48–50 °C voor glazige sappigheid; laat kort rusten.
  3. Op de graat garen geeft meer smaak en minder krimpen; fileteer aan tafel.
  4. Jus-truc: haal de vis uit de pan, boter laten bruisen, afblussen met visfumet (van de graten) en flink reduceren tot glanzende jus; monteren met klontje boter.
  5. Bouillonwinst: vraag graten & kop mee — perfecte basis voor fumet en sauzen.
  6. Graten/kop → fumet/bisque; invriezen in porties.
  7. Afgesneden vel → drogen & frituren tot crisps als garnituur.
  8. Restfilet → brandade of kroketjes met bieslook en citroen.

 

Links-oog, recht naar je hart: tarbot is de gentleman onder de witvissen. Geef ’m hitte, respect en een beetje boter — de rest doet zijn natuurlijke klasse.

 

Galerij

Deel dit recept, kies uw platform!