De salamboom groeit in de vrije natuur en is inheems in Borneo. Nu worden ze aangeplant in veel tropische gebieden, waaronder Suriname.

De salamboom is een bladverliezende tropische boom met uitgespreide takken en enkelvoudige bladeren, oorspronkelijk uit Indonesië, maar groeit ook overvloedig in Suriname, in tropische regenwouden en andere vochtige, warme gebieden. Deze tropische boom kan wel 25 meter hoog worden. Hij bloeit met roze, geurige bloemen. De vruchten zijn eerst rood, later worden ze bruin. De zaden zijn klein en bruin en hebben een grote kiemkracht.

De smaak is citroenachtig. Het kan onder meer gebruikt worden als ingrediënt van stoofschotels en bij het op smaak brengen van seroendeng. In combinatie met Laos galangawortel geeft het de specifieke smaak aan Indonesische groentengerechten zoals sajur lodeh en sajur buncis.

Het blad wordt ook vaak in combinatie met citroengras (sereh) gebruikt.

Het blad wordt – doorgaans in gedroogde vorm – gebruikt in de Aziatische keuken.

In tropische gebieden zoals Indonesië en Maleisië is daun salam het hele jaar door verkrijgbaar. Buiten deze regio’s wordt het meestal gedroogd of bevroren aangeboden in Aziatische supermarkten.

De hoeveelheid die je consumeert, is echter zo gering dat de voedingswaarde meer symbolisch is. Nutri-Score A

Omdat het voornamelijk wordt gebruikt om gerechten te aromatiseren en geen koolhydraten bevat, heeft het geen invloed op de glycemische index of lading van je maaltijd. Het kan je gerechten diepte en complexiteit geven zonder extra calorieën of suikers toe te voegen.

Aankoop

De meest kwalitatieve daun salam koop je in Aziatische supermarkten, waar het vaak gedroogd, bevroren of in poedervorm wordt verkocht. Zoek naar bladeren die donkergroen zijn en een sterke geur hebben. Vermijd bladeren die dof of verkleurd zijn, want die hebben vaak hun smaak verloren. Gedroogde bladeren behouden hun smaak lange tijd, dus ook buiten het seizoen kun je ze gemakkelijk gebruiken.

Bewaren

Verse bladeren blijven 2-3 dagen goed in de koelkast, gewikkeld in een vochtige doek of luchtdichte zak.

Als je de verse bladeren vacuum verpakt, kunnen ze tot 2 weken vers blijven.

Bevries daun salambladeren in luchtdichte zakjes voor tot 6 maanden behoud van smaak en aroma.

Gedroogde bladeren blijven 6-12 maanden houdbaar in een goed afgesloten pot of zak op een koele, donkere plaats.

Daun Salam staat bekend om zijn subtiele, aardse aroma dat een kruidige diepgang toevoegt aan gerechten, zonder de intense kracht van bijvoorbeeld de westerse laurierbladeren.

De gedroogde bruine bladeren van daun salam zijn aromatisch en enigszins zuur. Ze worden van het begin af aan in de gerechten mee gestoofd, want zo geven ze het beste hun aroma af. Het wordt gebruikt als specerij in de Indonesische- en ook in de Surinaamse keuken, ze worden toegepast in groente-, soep- en vleesgerechten.

Eén of meer blaadjes kneuzen/verfrommelen en mee laten stoven in stoofgerechten, dan komt de smaak pas vrij.

De jonge blaadjes hebben het meeste aroma. Door ze te drogen of in te vriezen verliezen ze wat van hun aroma. Door ze flink te kneuzen en van het begin af aan mee te laten stoven neemt het gerecht voldoende smaak van de salam op. Laat de blaadjes tot het eind toe in het gerecht en verwijder ze dan eventueel.

Combineer daun salam met knoflook, sjalotjes en gember voor een kruidige marinade voor kip, rundvlees of vis.

No waste

Na gebruik in een stoofpot of curry, kunnen de bladeren nogmaals worden gebruikt in een bouillon voor een extra ronde smaak.

Probeer gedroogde daun salambladeren te vermalen tot een fijn poeder en voeg dit toe aan kruidenmengsels voor extra smaak.