
Wat is het eigenlijk?
Spruitkool (Brassica oleracea var. gemmifera) hoort bij de kruisbloemenfamilie. We eten de okselknoppen—die compacte, groene (soms paarse) bolletjes die langs een tot ca. 1 m hoge stam verschijnen. De plant kan −15 °C hebben en voelt zich thuis in open lucht met zon overdag en frisse nachten.
De bijnaam Brussels sprouts / choux de Bruxelles komt niet uit de lucht vallen: al in 1821 werd rond Brussel doelbewust spruitkool geteeld. Vandaag vind je topteelt in België, Nederland, Frankrijk en Engeland.
Er zijn tientallen rassen: klassiek (meer “kool-karakter”) en modern (milder/zoeter). Naast diepgroen bestaan paarse spruiten—mooi, iets nootachtiger, en ja: ze behouden hun kleur beter bij roosteren of roerbakken dan in kokend water.
Voedingswaarde
Spruit is het groente-equivalent van een goede vriend: laag in kcal en koolhydraten, rijk aan vitamine K en C, en veel vezel.
- Per 100 g, gekookt (gemiddeld): ~41 kcal, 3 g eiwit, 0,3 g vet, 3,3 g KH waarvan ~3,1 g suikers, 6,6 g vezel.
- GI ≈ 15 en GL ≈ 1–2 → ideaal voor een koolhydraatbewuste maaltijd.
- Paarse spruiten brengen extra antioxidanten (anthocyanen).
Kortom: flink volume op je bord, weinig “boekhouding” in je macro’s.
Waar vind je de beste?
Kies heldergroene, gesloten spruitjes die stevig aanvoelen en fris ruiken. Uniforme maat kookt gelijk; klein geeft vaker die nootachtige smaak. In seizoen koop je ze lokaal (sept–mrt). Tip: een hele stam is niet alleen fotogeniek, maar houdt de spruiten ook langer fris.
Culinaire toepassingen
Spruitjes zijn als sneakers: passen bij alles. De truc is kort garen en hoog vuur.
Favoriete routes:
- Blancheer → rooster: 2–3 min blancheren, droogdeppen, dan heet roosteren (±220 °C, 10–15 min) met olie, zout, citroenzeste.
- Wok: halve spruiten in een hete pan met knoflook, een scheut soja of miso, afblussen met azijn/citroen.
- Rauw: fijn geschaafd in wintersalade met appel, noten en mosterdvinaigrette.
- Comfort: stoemp/puree met kastanje of spek (ja, dat blijft heerlijk).
👨🍳 Tips van de chef en no-waste
- Buitenste blaadjes? Rooster ze knapperig (mini spruit-chips!) of trek er bouillon van.
- Kookvocht met smaak: gebruik als basis voor saus of soep.
- Restjes geroosterde spruiten: door een omelet, quiche of snel ingelegd (pickle) met azijn & specerijen.
- Kleur & bite: kort koken/stomen, daarna pas bakken/roosteren. Overkoken = zwavelgeur en droevige spruit.
- Bitter-balance: zuur (citroen/azijn), zoetaccent (pompoen/ahorn), of umami (ansjovis-boter, miso).
- Paarse spruit: liever roosteren of roerbakken—koken laat de kleur varen.
- Party-truc: kerf de kop kruislings in en frituur 5–7 min → ze “bloeien” als roosjes.
Misleidende Claims
- “Spruitjes zijn altijd bitter.” Nee hoor: seizoen, ras en techniek doen wonderen—koud weer = zoeter, kort & heet = knapperig.
- “Kruisje in de kont moet altijd.” Mag, maar hoeft niet. Het helpt bij grote spruiten; het kan ze ook wateriger maken.
- “Paarse spruiten blijven paars bij koken.” Graag, maar nee. Roosteren/stomen/roerbakken behoudt de kleur beter.
- “Spruitjes = schuldige aan alle buikrommel.” Alleen soms: raffinose + vezel kunnen gisten. Oplossing: kort garen, goed afgieten, en kruiden als komijn/karwij.
Spruitjes zijn geen strafwerk, maar winterse superstars. Koop ze vers, behandel ze met liefde en hitte, en ze belonen je met bite, zoet-noot en frisgroene bravoure—plus een voedingsprofiel waar elke koolhydraatbewuste eter blij van wordt.
Wil je nog meer sappige details of achtergrondinformatie over dit of een ander product ?
- 👉 Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief
- 👉 Maak je lid en ontdek onze uitgebreide voedselkennis/recepten