
Er zijn pepers die indruk willen maken met hun grootte. En dan is er de Aji Charapita: piepklein, bolrond, knaloranje en… verraderlijk lief. Deze jungle-chili uit Peru is niet groter dan een erwt, maar wie haar onderschat, kan rekenen op een vlammend protest van de smaakpapillen. Denk: tropisch parfum, citrusachtig vuur en een hint van ‘waar is mijn glas melk?!’.
Wat is het eigenlijk?
De Aji Charapita komt niet zomaar ergens vandaan — nee, ze is inheems in het Peruaanse Amazonegebied, waar ze semi-wild groeit onder het bladerdak van de regenwouden. “Charapa” is een bijnaam voor mensen uit het noordoosten van Peru, en deze peper draagt die naam vol trots.
Hoewel ze ooit een goed bewaard geheim was van inheemse gemeenschappen, is ze nu de kaviaar van de chiliwereld – peperduur, schaars en felbegeerd in gastronomische kringen.
Soorten? Die zijn er eigenlijk niet echt. Je hebt de echte, wilde Aji Charapita, en dan heb je een hele hoop pepers die net doen alsof.
Voedingswaarde: heet, gezond en haast koolhydraat-neutraal
Laten we eerlijk zijn: niemand eet 100 gram Aji Charapita in één keer (behalve misschien per ongeluk… eenmalig). Maar zelfs in minuscule hoeveelheden is dit een krachtpatser vol vitamine C, antioxidanten en capsaïcine – het stofje dat zorgt voor de hitte én een mogelijk duwtje geeft aan je metabolisme.
Koolhydraatbewust? Zeker weten.
Met een glycemische index van ~15 en een portiegrootte van <1 gram per gerecht, is deze peper je vriend als je de koolhydraten liever laag houdt en de smaak hoog.
Waar vind je de beste?
- Verse pepers: zeldzaam, maar soms te vinden bij gespecialiseerde tropische plantenwinkels of door zelf te kweken uit zaad.
- Gedroogd of gemalen: makkelijker te vinden online of in delicatessenwinkels (let op: duurder dan sommige saffraanvarianten).
- Let op de herkomst: Als er “Aji Charapita” op staat maar het lijkt op een paprika met zonnebrand, sla het dan gerust over.
Culinaire toepassingen
Chef’s tip #1: Less is more. Eén peper is genoeg om een heel gerecht een tropische lift-off te geven.
Toepassingen die het proberen waard zijn:
- In ceviche of salsas – citrus op citrus
- Door vinaigrettes voor gegrilde groenten
- In chili-olie of infused honing (probeer dat eens over geitenkaas…)
- In rum of gin voor een vurige cocktailavond (verantwoord, natuurlijk)
- Laat overrijpe exemplaren drogen aan de lucht en maak poeder.
- Maak een geïnfuseerde olie die maanden meegaat.
- Gooi zaadjes niet weg – je kweekt zo je eigen vurige tuinvriend(in).
Misleidende Claims die je met een snufje zout mag nemen
“Niet zo pittig” – eh… nee. Ze haalt 30.000–50.000 Scoville. Dat is dus wél pittig. Maar met klasse.
“Superfood in poedervorm” – tenzij je echt tientallen gram eet (slecht idee), levert het vooral smaakexplosie, geen mirakelgezondheid.
“Koolhydraatarm én vullend” – tja, het is 1 gram. Als je ervan vol zit, moet je daar misschien eens met iemand over praten.
De Aji Charapita is als een goed verhaal: klein, intens, en je blijft erover napraten. Ze is perfect voor de avontuurlijke kok die durft te experimenteren, én voor de bewuste eter die pit zoekt zonder pieken in de bloedsuikerspiegel.