SCHONE VAN BOSKOOP
De Schone van Boskoop is een cultivar van de appel (Malus domestica), geselecteerd rond 1856 in Boskoop (Zuid-Holland). Het is een zogenoemde goudreinet, een groep appelrassen met een stevige, lichtzure smaak die zeer geschikt is voor verwerking in de keuken.
De appel werd rond 1856 ontdekt in Boskoop, Nederland, vermoedelijk als zaailing. Het ras werd snel populair in West-Europa en wordt nog steeds geteeld in Nederland, België, Duitsland en Noord-Frankrijk. Het is een klassiek ras in oude boomgaarden en wordt vaak biologisch of op hoogstam geteeld. Het is een middelgrote boom met een krachtig opgaande en brede groei. Hij bloeit vanaf begin mei, met een zee van lichtgeurende, lichtroze bloesems.
De vruchten zijn groot en onregelmatig van vorm, vaak afgeplat rond. De schil is ruw, dof en groengeel, met een roestbruine blos en soms roodbruine stippen. Het vruchtvlees is groengeel, stevig en sappig, met een aromatische smaak die friszuur begint en later iets zoeter wordt. Het klokhuis is klein en heeft weinig zaad. De appel bewaart goed en wordt na bewaring voller en ronder van smaak. Typische afmetingen zijn 82 mm breed, 76 mm hoog, gewicht 205 gram. . Het is de grootste hand- en moesappel in België en Nederland.
Omdat de appel zurig en stevig is, wordt hij veel gebruikt voor producten die verhit worden, zoals appelmoes. Bij gebak behoudt de appel zijn smaak en structuur, zodat de appel ook goed toepasbaar is in appeltaart. Bij pasteurisatie blijft een typische appelsmaak beter behouden dan bij andere appels het geval is.
De appels zijn vanaf oktober plukrijp en tussen januari en april is het hoogseizoen. Door de appel lang te laten hangen wordt het suikergehalte hoger, na korte bewaring ontwikkelen de aroma’s zich verder.
Soorten
Het ras kent vele kleurmutanten, die te onderscheiden zijn in drie groepen:
- Schone van Boskoop
- Rode Boskoop “Schmitz Hubsch” of Boskoop Bieling
- Rode Boskoop “Verheul”, “Kalfs”, “Vogelaar” en “Lambrechts”
Voedingswaarde
Rijk aan vezels. De meeste voedingsstoffen van een appel zitten vlak onder de schil verstopt. Goede bron van vitamine C en antioxidanten (polyfenolen, quercetine).
GIycemische index 35-40 (laag) GL 5-6 Nutri-Score A
Energie | Eiwit | Vet | Koolhydraten | Suikers | Vezels | |
100g | 50-60 kcal | 0.3g | 0.2g | 12-14g | 10-12g | 2-2.5g |
Met een lage GI en GL past de Schone van Boskoop uitstekend in een koolhydraatbewuste voeding, vooral vers en in gematigde porties. Bij verwerking tot moes of sap stijgt de glycemische belasting sneller.
Voordelen / Nadelen
Misleidende claims
- “Boskoop is altijd zoet” → onjuist, het ras is uitgesproken zuur en pas na bewaring milder.
- “Appelmoes van Boskoop bevat geen suiker” → vaak toch gezoet in de industrie, etiketten nakijken!
- “Amygdaline wordt door sommige alternatieve sites aangeprezen als ‘vitamine B17’ of kankerremmend middel. Dit is wetenschappelijk onbewezen en kan zelfs gevaarlijk zijn door cyanidevorming.
Aankoop / Bewaren
Aankoopadvies
De appel wordt geoogst vanaf eind september t/m half oktober en is dan tot begin april verkrijgbaar.
- Beste kwaliteit bij aankoop in het najaar rechtstreeks van boomgaard of lokale markt.
- Let op: appels moeten stevig aanvoelen en een matte schil hebben; te glanzende exemplaren kunnen gewaxed zijn.
- Kies indien mogelijk voor biologische teelt, omdat appelteelt vaak pesticiden-intensief is.
Bewaren
Appels kunnen het best bewaard worden onder koele omstandigheden. Om de appel sappig en krokant te houden is het bewaren in de koelkast de beste optie.
-
- Vers: koel (5–10 °C), droog en donker bewaren.
- Bewaarappels: houden zich tot 4–6 maanden in een koele kelder of fruitbewaarplaats.
- Koelkast: beperkt bruikbaar (te koud voor lange termijn, kan textuur veranderen).
- Diepvries: enkel in stukjes of als appelmoes; max. 8–10 maanden.
Bereidingswijze
Dit oude ras wordt veel gebruikt, omdat de vruchten voor veel doeleinden geschikt zijn. naast het gebruik als handappel (maar dan wel wat zuur), is hij geschikt voor moes, sap, appelbollen, appelcarrées, appeltaart en appelsalades.
Culinaire toepassingen
- Appeltaart: door het frisse zuur en stevige structuur een van de beste bakappels.
- Appelmoes: geeft een volle, lichtzure smaak.
- Stoofgerechten: als tegenhanger bij varkensvlees, wild en gevogelte.
- Salades: in partjes of dunne plakjes, gecombineerd met noten en blauwe kaas.
- Sappen & ciders: aromatisch, goed voor ambachtelijke ciderproductie.
Info
Chef’s advies
- Combineer in appeltaart met zoetere appelrassen voor een perfecte balans.
- Schil de appel kort voor gebruik: het vruchtvlees verkleurt snel.
- Voor een verfijnde puree: zachtjes stoven met weinig water en een vleugje kaneel.
- Overrijpe appels verwerken in appelmoes of compote.
- Appelschillen drogen voor thee of infusie.
- Appelklokhuizen gebruiken om natuurlijke pectine te winnen (voor confituur).
- ⚠️ Let wel: appelpitten bevatten amygdaline, een cyanogene glycoside. Enkele pitten slikken is onschadelijk, maar vermijd vermalen grote hoeveelheden pitten.