E-NUMMER
Het getal achter de E verwijst naar het nummer van het additief in de Codex Alimentarius, het internationale nummeringssysteem voor voedseladditieven. Tal van heel ‘gewone’ stoffen zoals kurkuma (E100), karamel (E150), azijnzuur (E260), koolzuur (E290), vitamine C (E300), johannesbroodpitmeel (E410), gelatine (E441) en ve-tsin (E621) hebben als toegelaten additief een E-nummer gekregen.
Voedseladditieven kunnen van natuurlijke afkomst zijn of kunstmatig of synthetisch worden geproduceerd. Zowel kunstmatig geproduceerde additieven als natuurlijke additieven zijn veilig. Beide moeten aan dezelfde veiligheidseisen voldoen.
Binnen de Europese Unie moeten alle voedingsadditieven toelating krijgen voordat ze in voedingsmiddelen gebruikt mogen worden. Daarvoor moet voldoende aannemelijk worden gemaakt dat het additief technisch gezien benodigd is, dat het geen schade veroorzaakt aan de consument bij het beoogde gebruik en dat er geen sprake is van misleiding van de gebruikers. In de Europese Unie zorgen de Europese Commissie, Parlement en Raad voor de regulering hiervan. Het zijn in het bijzonder de commissie en de lidstaten die bepalen welke stoffen toelating krijgen en in welke proporties ze toelaatbaar zijn.
Voor de beoordeling of een voedingsadditief toegestaan is, is de Europese Commissie verplicht om het Wetenschappelijke Comité voor Voedsel te consulteren. Dit comité is inmiddels overgegaan in de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid. Deze onderzoekt en rapporteert over de giftigheid van de stof, de hygiëne tijdens de productie en de potentiële problemen met betrekking tot de voedselveiligheid.
Het E-nummer is dus een garantie dat de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) de stoffen gecontroleerd heeft en dat ze veilig gebruikt kunnen worden. Aan het E-nummer kun je vaak al opmaken wat voor functie het heeft in een voedingsmiddel.
Indeling volgens toepassing
- E100-181 Kleurstoffen worden gebruikt om een product kleur te geven of de bestaande kleur te versterken. Fabrikanten van snoep gebruiken veelvuldig (synthetische) kleurstoffen.
- E200-252 Conserveermiddelen of bewaarmiddelen verlengen de houdbaarheid van een voedingsmiddel. Zij remmen de groei van bacteriën, schimmels en gisten. Ze komen in erg veel soorten producten voor.
- E260-297 Voedingszuren verlagen de zuurgraad (pH) van een product, versterken in sommige gevallen de werking van antioxidantia en conserveermiddelen, en kunnen soms kleurbehoudend werken.
- E300-321 Antioxidanten vergroten de houdbaarheid van een product door aantasting door zuurstof tegen te gaan. Die veranderingen omvatten oa kleurveranderingen en het ranzig worden van vetten. Ze kunnen voorkomen in vlees, sauzen en koekjes.
- E322-392 Voedingszuren zijn zuren die gebruikt worden voor het inleggen van levensmiddelen in zuur of voor het verhogen van de zure smaak. Ze zitten onder andere in vruchtensappen, groente of fruit in blik of glas en zuivelproducten.
- E400-495 Geleermiddelen, emulgatoren, stabilisatoren en verdikkingsmiddelen worden toegevoegd om de textuur van een product te verbeteren. Emulgatoren maken het mogelijk twee niet-mengbare producten zoals water en olie te mengen om onder meer sauzen te bereiden. Stabilisatoren zorgen ervoor dat de menging van twee niet-mengbare stoffen gehandhaafd blijft.
- E500-586 Zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen, Deze middelen regelen dat de zuurte niet te hoog is, houden de klontering tegen, laten brood sneller rijzen. Ze zitten in melkpoeder, zout en kruiden en specerijen.
- E620-650 Smaakversterkers versterken de natuurlijke smaak van een product.
- E900-915 Glansmiddelen en antischuimmiddelen voorkomen of verminderen dat een product gaat schuimen tijdens bereiding of gebruik. Ze kunnen voorkomen in onder andere soep en ananassap. Ze zitten ook bijvoorbeeld op de schil van vruchten, op chocolade of koffiebonen.
- E920-928 Meelverbeteraars worden aan meel of deeg toegevoegd om de bakeigenschappen te verbeteren of het meel witter te maken.
- E938-949 Verpakkingsgassen en drijfgassen verlengen de houdbaarheid van een product door de gassamenstelling te veranderen. Op het etiket staat dan vermeld ‘verpakt onder beschermende atmosfeer’. Daarnaast zijn er drijfgassen, ze worden gebruikt om in verpakkingen druk te vormen, zodat als je op de knop drukt, het product eruit komt. Denk aan slagroom in een spuitfles.
- E950-969 en 420-421 Zoetstoffen geven een product een zoete smaak zonder de verbrandingswaarde sterk te verhogen. Zij worden vooral gebruikt in lightproducten en kauwgum.
- E999-1300 Diverse hulpstoffen
- E1400-E1500 Gemodificeerde zetmelen
- E1500-1525 Kunstmatige smaakstoffen en oplosmiddelen voor aroma’s
In de Verenigde Staten zijn meer additieven toegelaten dan in de Europese Unie. Andersom is de kleurstof amarant toegelaten in de Europese Unie, maar niet in de Verenigde Staten. De Europese Unie was ook lang terughoudend met de toelating van steviolglycosides, die in meerdere landen al wel werden toegelaten.
Voor nieuwe toevoegingen die mogelijk in aanmerking komen voor een E-nummer, moet eerst de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) worden vastgesteld. Dit is de gemiddelde hoeveelheid van een stof die je elke dag gedurende je hele leven via de voeding binnen kan krijgen, zonder nadelige gevolgen voor je gezondheid. De ADI wordt meestal vastgesteld op basis van dierproeven. Als de ADI is vastgesteld, dan weet je dat er een ‘veilige hoeveelheid’ is van de stof die je binnen kan krijgen. De EFSA kijkt vervolgens in welke producten de stof zit, zodat bij mensen met een normaal eetpatroon geen overschrijdingen van deze hoeveelheid plaatsvinden.
Zo zorgt de EFSA ervoor dat je niet meer binnen kan krijgen dan de ADI.
Voedingswaarde
Voordelen / Nadelen
Aankoop / Bewaren
In de Europese Unie moeten alle voedingsadditieven vermeld staan op de ingrediëntenlijsten waarbij zowel de naam als de functie van het additief vermeld moet zijn. Fabrikanten mogen zelf kiezen of ze de naam van de stof of diens E-nummer op de ingrediëntenlijst weergeven.Voor iedere stof met een E-nummer is een maximaal te gebruiken hoeveelheid opgegeven die niet overschreden mag worden. De voedseladditieven met een E-nummer (ongeveer 350) zijn een beperkte selectie uit de wereldwijd toegestane lijst van additieven. De Codex Alimentarius omvat bv. zo’n 700 additieven.
Steeds meer voedingsmiddelenfabrikanten willen hun producten een zogenaamd ‘clean label’ geven. Fabrikanten vermijden dan kunstmatig gemaakte stoffen of vermelden in plaats van het E-nummer, de volledige naam van de toegevoegde stof op het etiket. Dat mag volgens de wet. Dus in plaats van E330 zet een fabrikant dan ‘citroenzuur’ op het etiket.
Of fabrikanten voegen alternatieven voor bepaalde E-nummers toe, bijvoorbeeld gistextract als vervanging van E621 (glutamaat). In gistextract zit namelijk van nature een relatief hoge concentratie glutamaat, dus daarmee krijg je dezelfde hartige, ‘umami’-smaak. Als er gistextract in een product zit in plaats van glutamaat, dan noemt de fabrikant gistextract in de ingrediëntendeclaratie.
Bereidingswijze
Het huidige gebruik van additieven in voedingsmiddelen levert in het algemeen geen risico voor de gezondheid. Wie de inname van additieven toch wil beperken, kiest best voor zoveel mogelijk onbewerkte producten.
Terwijl het correct gebruik van sommige additieven zoals bewaarmiddelen goed te verantwoorden is over voedselveiligheid, staat het nut van kleurstoffen en smaakversterkers eerder ter discussie omdat zij in principe niet nodig zijn in producten met grondstoffen van goede kwaliteit. Zij krijgen vaak het verwijt producten beter te laten lijken dan ze in werkelijkheid zijn.
Deze additieven worden door de Europese Unie als veilig gezien. Misschien dat dit waar is bij zeer geringe consumptie, maar wat gebeurt er als iemand heel veel producten nuttigt en hiermee de maximale normen overschrijdt? Wat doen E-stoffen als ze met elkaar worden gecombineerd?
Info
Alleen mensen met ‘fenylketonurie’ (PKU) of met een overgevoeligheid voor sulfiet moeten sommige E-nummers mijden.
Als een product meer dan 10 mg per kilo of 10 mg per liter zwaveldioxide (E220) of sulfiet (inclusief de toegevoegde sulfieten E221- E228), bevat, moet sulfiet als ingrediënt benadrukt worden op het etiket.