MITSUBA-Japanse Peterselie

De Japanse peterselie komt van origine voor in het oosten van China en zoals de naam al aangeeft in Japan. Het is inheems in schaduwrijke plaatsen en bossen van Noordoost-China, Korea en Japan, in het Verre Oosten (Sakhalin, Kuriles). Je kan het ook terugvinden in Noord-Amerika, Australië en Europa.

De plant is tegenwoordig wereldwijd het best bekend als Mitsuba of Japanse peterselie, omdat het een veelgebruikt ingrediënt is in de Japanse keuken en op veel manieren wordt gebruikt, zoals gewone peterselie (die afkomstig is uit Europa).

Mitsuba wordt gekweekt als smaakmaker.

Deze vaste plant kan tot 1 m hoog worden en breidt zich ondergronds uit met lintvormige wortels. Het blad bestaat uit drie afzonderlijke bladen van ongeveer 5 cm lang, en een bladsteel van 10-15 cm. De blaadjes hebben de neiging kleiner en taaier te zijn bij hitte en volle zon.

De onopvallende kleine, witte of zachtroze Mitsuba-bloempjes, met een uitgesproken milde peterselie-smaak, groeien aan takjes die gebruikt worden als garnering. Mitsuba bloeit van juli tot augustus.

Er is naast de gewone groene versie ook een paarse variant: de Cryptotaenia japonica atropurpurea: de diep-donkere bladkleur varieert van purperrood, paars tot bijna zwart! De mooie driedelige bladeren met fijn-gekartelde randen lijken wel ‘oversized’ Platte Peterselie. Deze cultivar zou beter groeien in de volle zon dan de groene.

Mitsuba wordt nog steeds vaak geoogst in zijn wilde staat, uit bossen en andere schaduwrijke gebieden, op hoogtes van 200 tot 2400 meter maar wordt ook vaker door mensen gekweekt in hun groentetuinen of gewoon in potten, en op grootschalige plantages, inclusief hydrocultuur.

Om malsere bladstelen te krijgen, wordt Mitsuba in Japan vaak gekweekt in donkere omstandigheden of onder een speciale laag zand. Kirimitsuba en Nemitsuba zijn soorten Mitsuba’s die in het oosten van Japan worden gekweekt onder deze blancherende omstandigheden beschermd tegen zonlicht. De eerste wordt gekweekt in een blancheerkamer en de bladstelen worden zonder wortels gegeten. Bij de tweede techniek worden planten gekweekt met zand en worden de bladstelen met de wortels gegeten.

Bij commerciële teelt begint de hoofdoogst gewoonlijk na 2 maanden, de hele planten worden geoogst door ze te ontwortelen.

Voedingswaarde

De plant is rijk aan vitamine C, caroteen, calcium, ijzer, essentiële oliën.

100g Energie Eiwit Vet Koolhydraten Vezels
Blad vers 13 kcal 0.9g 0.1g 2.9g 2.3g
Blad gekookt 17 kcal 1.1g 0g 4g 3g
Kirimitsuba vers 18 kcal 1g 0.1g 4g 2.5g
Kirimitsuba gekookt 15 kcal 0.9g 0.1g 3.3g 2.7g
Nemimitsuba vers 20 kcal 1.9g 0.1g 4.1g 2.9g
Nemimitsuba gekookt 20 kcal 2.3g 0.1g 3.9g 3.3g

Eurofir Japan

Mitsuba kan een waardevolle aanvulling zijn op een koolhydraatbewust dieet. Het is laag in calorieën en koolhydraten, maar hoog in voedingsvezels.

Voordelen / Nadelen

Er zijn enkele meldingen van dermatitis door herhaald contact ermee en toxiciteit door het eten van grote hoeveelheden van de plant.

Aankoop / Bewaren

AANKOOP

Kies mitsuba met stevige, heldergroene bladeren en vermijd verwelkte exemplaren. Het is het beste verkrijgbaar bij gespecialiseerde Aziatische supermarkten, vooral tijdens het lente- en zomerseizoen.

De zaden en kleine plantjes zijn gemakkelijk te verkrijgen om zelf te kweken.

BEWAREN

Planten met wortel kun je op kamertemperatuur bewaren, met de wortels ondergedompeld in water.

Wikkel mitsubabladeren in vochtig keukenpapier en bewaar het in de koelkast. Mitsuba behoudt zijn frisheid het beste wanneer bewaard wordt in een herbruikbare vochtige doek of in een vochtige omgeving.

 

Bereidingswijze

Het heeft een unieke smaak en aroma die vaak wordt vergeleken met een combinatie van verse smaken zoals platte peterselie en selderijbladeren en het aroma ergens tussen peterselie- selder en citroen met zoete tonen van anijs. . Alle delen van de plant zijn eetbaar, inclusief de bladeren, stelen, zaden en wortels.

DE BLADEREN

De bladeren (Itomisuba) worden gebruikt bij het koken als groene groente. Zij hebben een lichte peterselie smaak. Gebakken en gefrituurde bladeren worden geserveerd in tempura. Zij kunnen ook gebruikt worden om thee van te trekken.

Bij koken dient de plant niet langer dan een paar minuten gekookt te worden omdat anders de smaak verdwijnt en eerder bitter wordt.

Je kan ze ook vers hakken of versnipperen voor salades, soepen….

In Japan wordt mitsuba vaak gebruikt als garnering in soepen of bovenop voorgerechten of als sushi-ingrediënt.

DE STENGELS-WORTELS

De gebleekte stengels kunnen als alternatief voor selderij worden gebruikt. Geblancheerd smaken ze een weinig als koriander.

De bladstelen of jonge bloemstelen kunnen in suiker gekonfijt worden.

De wortel kan rauw en gekookt worden gegeten, ze hebben een lichte peterseliesmaak met een vleugje anijs. Je kan ze frituren alsook bakken na ze te hebben geblancheerd.

BLOEMEN EN ZADEN

De zaden zijn een geweldige specerij, kunnen evenwel giftig zijn bij inname van grote hoeveelheden.

Ook de bloemetjes zijn eetbaar en decoratief. De onopvallende kleine, witte of zachtroze Mitsuna-bloempjes, met een uitgesproken milde Peterselie-smaak, groeien aan takjes die gebruikt worden als garnering.

No Waste

  • Droog overgebleven mitsuba en gebruik het als smaakvolle kruiden in gerechten of thee.
  • Gebruik de stelen in bouillons voor extra smaak.

 

 

Info

Chef’s advies

Galerij

Deel dit recept, kies uw platform!