Waar het vandaan komt is moeilijk te achterhalen. Rond 1920 werkt Pierre Gaelens in Brussel bij één van de meest prestigieuze banketbakkerijen van het land: ‘Maison Jean Bol’, uitgebaat door twee Zwitserse broers. Daar leert hij Misérable maken. Het recept neemt hij mee naar Knokke en opent in 1932 een bakkerij-patisserie op de kunstlaan. Met succes, de Misérable is niet meer weg te denken aan onze kust. Het recept van deze overheerlijke Misérable is sinds 1923 een goed bewaard familiegeheim. Kleinzoon Paul Gaelens zet nu de traditie verder. Ondertussen is het familiebedrijf uitgegroeid tot een moderne banketbakkerij en vindt u de Gaelens Misérable gewoon in de supermarkt

In 1929 maakte een Limburgse bakker de eerste Misérable en sindsdien is deze lekkerij uitgegroeid tot een ware klassieker.

Het gebak bestaat uit een laag amandelbiscuit, daarop wordt vanille boterroom gespoten, daarboven een laag amandelbiscuit en het geheel wordt sober met een laagje poedersuiker afgewerkt.

Hoewel miserable gebak heerlijk is, is het belangrijk om te onthouden dat het een rijke bron van suiker en vet is. Daarom past het niet in een koolhydraatbewuste voeding.

Aankoop

Miserable gebak is verkrijgbaar bij verschillende bakkerijen en supermarkten.  Gaelens heeft nu ook een minivorm beschikbaar.

Bewaren

Miserable gebak kan perfect enkele dagen bewaard worden in de koelkast. Het wordt zelfs aangenamer malser als het in de koelkast wordt bewaard.

De basis is  een luchtige amandelbiscuit, die we combineren met smeuïge vanilleroomboter en afwerken met poedersuiker. Bij het maken van miserable gebak is het belangrijk om het eiwit met zo weinig mogelijk bewegingen door de broyage en de bloem te mengen. Een miserable moet kort en snel worden afgebakken op een platte vorm om de lucht in het gebak te behouden.

Miserable gebak kan op zichzelf worden genoten of als onderdeel van een dessert. Het kan ook worden geserveerd met een kopje koffie of thee voor een heerlijke traktatie.

No waste

Restjes miserable gebak kunnen worden gebruikt om andere desserts te maken, zoals trifle of broodpudding.