De Buddha’s hand is een citroensoort en komt oorspronkelijk uit het noordoosten van India en China. Het is een geurende plant, symbool van geluk, rijkdom en lang leven.

Buddha’s hand is, net als elke andere citroenvariëteit, een struik of kleine boom met lange, onregelmatige takken bedekt met doornen. De grote, langwerpige bladeren zijn lichtgroen en groeien vier tot zes centimeter. De witte bloemen zijn van buiten paarsachtig getint en groeien in geurige trossen. De vingers van de vrucht bevatten alleen het witte deel van de vrucht en soms een kleine hoeveelheid zuur vruchtvlees, maar veel daarvan zijn volledig saploos en sommige zijn pitloos.

De verschillende cultivars en variaties van deze citroenvariëteit vormen een gradiënt van “open hand” typen met naar buiten gespreide segmenten tot “gesloten hand” typen, waarbij de vingers bij elkaar worden gehouden. Er zijn ook halfvingerige vruchten, waarbij de basale zijde verenigd is en de apicale zijde gevingerd.

Het groeit het beste in een gematigd klimaat. Bomen kunnen worden gekweekt uit stekken van takken van twee tot vier jaar oud.

De witte laag (albego) onder de schil heeft bij een rijpe vrucht het aroma van viooltjes.

Buddha’s hand heeft een relatief lang oogstseizoen, dat meestal begint in de herfst en doorgaat tot in de winter (september tot januari). Dit maakt het een gewilde vrucht tijdens de feestdagen, wanneer het vaak wordt gebruikt voor decoratie of als een bijzonder ingrediënt in seizoensgebonden gerechten.

Hoewel Buddha’s hand niet veel vruchtvlees of sap bevat, is de schil rijk aan essentiële oliën en voedingsstoffen die het gebruik ervan in kleine hoeveelheden gezond maken. De voedingswaarde komt voornamelijk van de schil. Zeer hoog vitamine C in vergelijking met de andere citrusvruchten.

Glycemische index 15-20  Nutri-score: A (laag in calorieën, rijk aan vezels en vitamine C)

Buddha’s hand past uitstekend in een koolhydraatbewust dieet. Het bevat weinig tot geen suiker, bijna geen calorieën en is rijk aan vezels en vitamine C. De schil voegt vooral smaak en aroma toe, zonder het toevoegen van overtollige suikers of koolhydraten.

Aankoop

Buddha’s hand is een seizoensgebonden en vaak zeldzame vrucht buiten Azië, maar je kunt het vinden in gespecialiseerde supermarkten of delicatessenwinkels, vooral die zich richten op Aziatische producten. Grotere markten in steden zoals Londen, Parijs en New York kunnen ook Buddha’s hand aanbieden. Online marktplaatsen voor exotisch fruit kunnen een andere optie zijn voor toegang tot de vrucht. Kies een vrucht met stevige heldergele vingers zonder bruine vlekken.

Bewaren

Buddha’s hand kan op kamertemperatuur worden bewaard, waar het tot 2 weken goed blijft. Het is echter het beste om de vrucht in de koelkast te bewaren als je het langer wilt bewaren, waar het tot vier weken houdbaar blijft.

Voor langer behoud van het aroma kan Buddha’s hand worden gevacumeerd. Dit kan de houdbaarheid aanzienlijk verlengen, vooral als je de schil wilt gebruiken voor later gebruik in gerechten of als smaakmaker.

Buddha’s hand kan ook worden ingevroren:

Snijd de schil in dunne reepjes of rasp het fijn, en bewaar het in een luchtdichte vriezerzak. Zo blijft het tot zes maanden goed zonder verlies van smaak of aroma.

In tegenstelling tot andere citrusvruchten bevatten de meeste soorten handfruit van de Boeddha geen vruchtvlees of sap.

Hoewel de handvrucht van de Boeddha vooral wordt gewaardeerd om zijn “voortreffelijke vorm en aroma”, kan hij ook worden gegeten (vaak als schil of smaakstof) in desserts, hartige gerechten en alcoholische dranken (zoals wodka of rijstlikeur) of gekonfijt als snoepje.

De vrucht heeft een zoet, citroenbloesemaroma, milder dan dat van een normale citroen.

Je kan de citrusvrucht ook in fijne rondjes snijden en toevoegen aan een salade, dressing of cocktail. Het geeft meteen een frisse smaak aan je gerecht of bereiding. Het witte merg is niet bitter.

Hoewel er weinig vruchtvlees is, kan de schil worden gebruikt om een aromatische marmelade te maken.

Buddha’s hand is ideaal voor het infuseren van sterke dranken zoals wodka of gin. De schil kan ook worden toegevoegd aan thee voor een verfrissende twist.

Gekonfijte schil: Snijd de schil in dunne reepjes, kook in suikerstroop en laat het uitharden voor een zoete traktatie. Deze gekonfijte schillen kunnen worden gebruikt als garnering of als tussendoortje.

De schil kan geraspt worden en is intens citroenig.

Buddha kan vanaf half mei tot begin oktober op het terras staan. Tijdens de overwintering weinig water geven als hij koel staat (eenmaal per maand).

Bewaar Buddha’s hand in een pot met suiker. De suiker neemt dan het aroma van de vrucht over. Die suiker kan je daarna niet enkel gebruiken in zoete, maar ook in hartige gerechten.

Snijwijze is belangrijk: Gebruik een scherpe rasp of een fijne mandoline om de schil gelijkmatig te raspen of te snijden. Dit maximaliseert de smaak en voorkomt dat de schil te bitter wordt in gerechten.

Buddha’s hand is zeer aromatisch. Bewaar stukken van de schil in de keuken of woonkamer om een frisse citrusgeur te verspreiden.