BRUNEL
Oorspronkelijk komt de plant uit Midden-Europa. Hij is inheems in Europa, Noord-Amerika en China.
In de kruidengeneeskunde van de Indianen van Noord-Amerika worden de bladeren gebruikt als voedsel.
Het is een laagblijvende, enigszins behaarde plant. De plant groeit meestal in graslanden, langs wegkanten en in open bossen. Hij geeft de voorkeur aan vochtige, goed doorlatende grond en bloeit van de late lente tot de vroege herfst. Gewone brunel wordt 7 tot 45 cm hoog. Vaak is de gewone brunel voorzien van een purperen waas.
De stengel is vierkantig en onderaan kruipend. De dichte gedrongen bloeiwijze is de aanleiding tot de alternatieve naam ‘bijenkorfje’.
De bladeren zijn langwerpig tot eirond. Ze kunnen zowel gekarteld als gaaf zijn.
Er is sprake van eindstandige, dichte, ronde bloeiwijze. De plant bloeit van mei tot in de herfst. De bloem is blauwpaars, roodachtig, violet of zelden wit, tweeslippig en heeft een lengte van 1-1,5 cm. De bloemen staan meestal met z’n zessen in schijnkransen. Niet alleen de kronen zijn tweelippig, maar ook de kelken hebben een duidelijke boven- en onderlip. Brunel bloeit van mei tot september, maar de bladeren kunnen het hele jaar door worden geoogst, vooral in warmere klimaten waar de plant zelfs in de winter groen kan blijven. De jonge bladeren en bloemen worden het meest geoogst in het voorjaar en de vroege zomer, wanneer de smaak op zijn best is.
De vrucht van de gewone brunel bestaat uit vier nootjes.
Hoewel Prunella vulgaris de meest bekende soort is, zijn er ook andere varianten binnen het geslacht Prunella, zoals Prunella grandiflora en Prunella laciniata. De meeste soorten delen vergelijkbare geneeskrachtige eigenschappen, maar verschillen in hun groeigebied en bloemvorm.
Voedingswaarde
Brunel is rijk aan antioxidanten, flavonoïden en polyfenolen. De plant is rijk aan vitamine A, C en K.
Glycemische index 10-15 Nutri-Score A
Energie | Eiwit | Vet | Koolhydraten | Vezels | |
100g | 35 kcal | 3g | 0.4g | 5g | 2g |
Brunel is geschikt voor een koolhydraatbewuste voeding. Met vrijwel geen koolhydraten en een laag caloriegehalte is het een ideaal kruid voor mensen die een koolhydraatarm dieet volgen. Het kruid kan worden toegevoegd aan allerlei gerechten zonder dat het de totale koolhydraatinname verhoogt.
Voordelen / Nadelen
Aankoop / Bewaren
Aankoop/Oogst
Hoewel brunel in het wild groeit en vaak als een onkruid wordt beschouwd, kun je het ook kopen bij gespecialiseerde kruidenwinkels, natuurwinkels of online. Bij aankoop is het belangrijk om te letten op de versheid van het kruid. Kies voor donkergekleurde, sappige bladeren zonder bruine vlekken.
Brunel kan ook zelf worden gekweekt in de tuin of in potten. Het is een gemakkelijk te verzorgen plant die in de volle zon of halfschaduw gedijt. Als je brunel in het wild oogst, zorg er dan voor dat de planten niet langs drukke wegen groeien of zijn blootgesteld aan pesticiden.
Bewaren
Verse bladeren kunnen tot een week in de koelkast worden bewaard, gewikkeld in een vochtige doek of in een plastic zak.
Voor langere bewaring kun je brunelbladeren vacuüm verpakken, waardoor de versheid tot twee weken kan worden behouden.
Brunel kan ook worden ingevroren. Was de bladeren, blancheer ze kort en bewaar ze in diepvrieszakjes. Ze blijven tot zes maanden goed in de vriezer.
Bereidingswijze
De plant heeft een licht bittere, maar aangename smaak en kan vers of gedroogd worden gebruikt in salades, soepen en theeën.
De jonge blaadjes en scheuttoppen met bloemknoppen van deze plant zijn van april tot mei eetbaar als wilde groente.
De bladeren, worden gebruikt als saladeblad, door de soep en in een stamppot. Door het aanwezige tannine smaken ze enigszins bitter. Even wassen in een bak met water kan dat verhelpen.
Ze worden toegevoegd aan vele, oude wildplukgerechten en verwerkt in allerlei kruidensoepen en –pannenkoeken.
Kleingesneden als bittere kruiderij voor kruidenboter en slasauzen.
De bloemen kunnen van mei tot september als garnering of in thee-melanges gebruikt worden.