BRAAM
Tot Rubus behoren meer dan 600 soorten.
Bekende soorten van onze contreien (zie ook afzonderlijke beschrijvingen)
- Dauwbraam (Rubus caesius), opvallende blauwe kleur, zuurzoet van smaak.
- Framboos (Rubus idaeus)
- Hazelaarbraam (Rubus corylifolius)
- Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius)
- Peterseliebraam (Rubus laciniatus) met diep ingesneden blaadjes en vaak weer ingesneden stippen. Groeit vaak verwilderd in bossen en heggen.Prachtframboos (Rubus spectabilis) ook salmonberry genoemd, met vruchten tweemaal zo groot als die van de framboos De vruchten kunnen rood, geel, oranje of oranjerood zijn. (zie aldaar).
- Steenbraam (Rubus saxatilis), de vrucht bestaat een helderrode weinig samenhangende vruchtjes. (zie aldaar)
- Roodbloeiende framboos (Rubus odoratus)
- Koebraam (Rubus inermis)
- Gewone braam (Rubus fructicosus)
De meeste cultuurbramen zijn min of meer ingewikkelde kruisings-producten tussen de verschillende soorten. Voor de teelt van bramen worden alleen nog stekelloze rassen gebruikt. Deze rassen zijn ontstaan uit kruisingen tussen verschillende Rubus-soorten waardoor er geen soortnaam gegeven kan worden en ze alleen onder de geslachtsnaam Rubus vermeld worden.
De bloei is van eind mei tot september en de bestuiving vindt plaats door insecten, met name bijen en hommels. Er zijn vruchten vanaf augustus.
De braam is door zijn stekels redelijk beschermd tegen de vraat van grote grazers. Wanneer hij eenmaal aangeslagen is, neemt hij meer en meer ruimte in. Dit biedt dan ook de gelegenheid aan bomen als de eik om tot wasdom te komen.
Van de braam worden vooral de vruchten gebruikt. De vruchten zijn donkerblauw. Bramen hebben een zoete smaak en worden zowel vers gegeten als verwerkt in bijvoorbeeld bramenjam.
Ook de bladeren van de braam kunnen voor consumptie gebruikt worden. Hiervoor moeten de bladeren, na het plukken, worden gedroogd op een droge en luchtige plaats. Hierna kan er van de gedroogde bladeren thee worden getrokken.