Bospinda
De bospinda is een Noord-Amerikaanse kruip- of klimplant. De plant kan tot een hoogte van 1.5 meter groeien. Deze plant is uniek omdat hij zowel bovengrondse als ondergrondse peulen produceert. De plant wordt vaak gevonden in bossen en langs oevers in gematigde klimaatzones.
In Noord-Amerika werd de bospinda door verschillende prairie-indianenstammen gegeten.
De Pawnee-indianen waren veruit de meest creatieve verzamelaars van bospinda’s. In plaats van zelf naar de kleine noten te zoeken, zochten ze de nesten van prairiewoelmuizen op. De muizen verzamelden de noten als wintervoorraad.
De Chippewa en Cherokee- indianen aten de noten, maar schreven ook tal van medicinale eigenschappen toe aan de plant, een thee van de wortels werd bijvoorbeeld als antigif op slangenbeten gespuwd of gedronken tegen diarree.
De plant bloeit in de late zomer tot vroege herfst, waarbij de bloemen kleine, paarse bloemetjes voortbrengen. De bovengrondse peulen rijpen in de herfst, terwijl de ondergrondse peulen later in het seizoen oogstrijp zijn. De ondergrondse zaden kunnen tijdens de late herfst tot vroege winter worden geoogst, afhankelijk van de lokale klimaatcondities.
Twee peulen
- De ‘normale’ blauwe bloemen bovenop zijn ranken die door middel van kruisbestuiving de genetische diversiteit van de plant moeten verzekeren. De hoger bloeiende bloemen vormen de bovengrondse peultjes met enkele echte zaden, die net als linzen kunnen worden gekookt.
- En de zelf bevruchtende bloemen die ‘laag’ aan de grond gevormd worden. Eens bevrucht graaft het vruchtbeginsel zich in de grond om daar vanuit elke bloem een “nootje” van 1-2 cm groot te vormen en om zich verder te ontwikkelen tot een lekkere bospinda. Zodra de grond niet los genoeg is kunnen de bevruchte bloemen niet in de grond boren en zullen er geen ”pinda’s” gevormd worden.
Het blad is driedelig en de lila bloemetjes groeien in trosjes.
De pinda’s zijn ongeveer 1 cm groot en bevinden zich net onder het aardoppervlak. Oogsten kan zodra de plant is afgestorven. De plant geeft geen bijzonder hoge opbrengst maar door even te graven heb je toch al gauw een hand vol. Kan de plant geen pinda’s vormen, dan worden er peultjes met kleine, proteïnerijke zaadjes die aanzienlijk kleiner zijn gevormd.
Voedingswaarde
Hoewel er niet veel specifieke voedingsinformatie beschikbaar is voor de zaden, kan hun samenstelling worden vergeleken met die van andere peulvruchten:
Glycemische index 30-40 GL 5-8 Nutri-Score A
Energie | Eiwit | Vetten | Koolhydraten | Vezels | |
100g | 230kcal | 15.1g | 6.7g | 27.2g | 8.4g |
Voordelen / Nadelen
Aankoop / Bewaren
Deze plant is niet commercieel verkrijgbaar zoals traditionele peulvruchten, maar kan in het wild worden geoogst in de regio’s waar hij inheems is.
Verse peulen kunnen enkele dagen tot een week in de koelkast worden bewaard. De zaden kunnen worden gedroogd en tot enkele maanden in een luchtdichte container op een koele, donkere plaats worden bewaard.
Bereidingswijze
De pinda’s zijn na pellen zowel rauw, gebakken, gebrand of gekookt zeer lekker. De smaak is als een echte een pinda. De zaden uit de bovengrondse peulen kunnen gekookt worden zoals linzen. Ook kunnen de wortels van de bospinda’s geschild en gekookt worden gegeten.
Na het drogen en malen kunnen de zaden ook tot meel worden verwerkt, geschikt voor het bakken van brood of het maken van pannenkoeken.